donderdag 28 september 2017

Vegen en vrouwvriendelijkheid.

Ik wandel de badkamer binnen, het stinkt een beetje.
Jasper zit op de wc.
Rood koppetje, waterige ogen.
We hebben een gesprek over badschuim.
Waar komen de bubbeltjes vandaan?
Waar gaan de bubbeltjes naartoe als ze weg zijn?
Waarom zit badschuim in bijna dezelfde fles als zeep?
Is badschuim ook zeep?
Wie heeft er badschuim als eerste ontdekt?
Waarom mag er niet te veel in het bad?


 
You know.
Het soort vragen dat je hersenloos beantwoordt terwijl je aan die éne mail denkt.
 
"En mama?"
"Ja beestje?"
"Ik moet kaka doen."
 
Alsof dat nog uitleg behoeft.
Alsof ik dat niet doorheb.
Alsof het een intro waardig is, duidelijk na de feiten.
 
Dat doorbreekt mijn gedachtencirkel.
Terwijl ik schoonveeg, bedenk ik hoe heerlijk de eenvoud van kinderen is.
Hoe rechtuit hun taal. Hoe geweldig hun sans-gène.
Ik hou van kindjes rondom mij, denk ik dan.
Hou. Van.
De mijne toch.
 
Klinkt het plots van beneden: "Mamaaaaaa!!!"
Verne. Mij nodig. Duidelijk.
"Ja? Ik ben boven!"
"Ik ben klaar met kaka doen!"
 
Gedaan lieflijke gedachtencirkel.
Nóg een drol.
Gaan vegen dus.
Naar beneden. Bloot.
 
We praten erbij over mijn verjaardag.
"Dus nog twee nachtjes he mama?"
"Jep Verneke. Twee."
"En hoeveel jaar word je dan? "
"Zevenendertig."
Met oprechte waardering:
"Waaw! Gefeliciteerd hoor mama. Zo oud!"
Gefeliciteerd. Zorgvuldig gearticuleerd nog wel.
Oud.
Ts.
 
Mijn kindjes.
I love them.
But do I really?
Niet op zo'n moment.
Morgen leer ik ze alletwee hun zaakjes zelf af te handelen.
Dat. En vrouwvriendelijkheid.
Niks te vroeg!
 
 
 

woensdag 20 september 2017

Identiteitscrisisje

Een mens moet plichtsgetrouw moederen. Zo hoort het.
 
We hebben daarom vanavond Verne verplicht een koffielepel tomatensaus te proeven.
Draai daar spaghetti in en hij herkent het, maar zo puur is dat ineens 'nieuw'.
En nieuw equals bang.
Every. Single. Time.
Wat gepampel en gestimuleer bleven zonder resultaat.
Wat boos worden: njet.
Echt boos worden: njet.
Terug psycholomama spelen: dubbel njet.
Ondertussen dikke tranen, biggelend van wang naar vleesbrood.
Dat, en je eigen bord koelt af. Bij mij moet het leven vooruit gaan.
Dus na een kordate: "Als dat hier nog lang duurt worden het twee lepels Verne. Het is maar saus.", was het euvel verholpen.
 
Zou je denken althans.
Na een korte stilte: "Ik wou dat ik anders was mama."
Nauwelijks verstaanbaar tussen de inmiddels droge snikken door.
Hij meent dat dan, dat verdraag ik niet.
"Hoe bedoel je pateeke?"
"Gewoon anders, niet zo. Gelijk Jasper. Dat ik vanzelf wel graag groentjes eet."
Dus ik steek geschrokken een monoloog over diversiteit af. (Als ik vertrokken ben, blijf ik gaan.)
Dat hij zoveel wel kan en Jasper die dingen net niet. En dat dat zo mooi samen past.
Dat papa de dingen die mama niet kan, doet. En omgekeerd.
En dat we van de dingen die we samen goed kunnen dan onze hobby's maken.
Dat 'iedereen anders' net goed is en dat ik zo trots ben op hem.
Dat hij zo flink gelopen heeft in de loopwedstrijd vandaag bijvoorbeeld.
"Maar neen mama, ik was de voorlaatste."
*Zucht*
 
 
Over competitiesport kan ik ook een lezing afsteken. Maar dat was het nu vandaag net niet.
Rang noch stand maakten uit, als je maar meedeed.
En toch registreert dat hoofdje dat.
Zijn zwaktes.
Terwijl de sterktes zo veelvuldig prominent aanwezig zijn.
 
Mijn eerste leerjaarskind. Mijn nadenker.
Verstand te over.
Maar weerbaarheid? Zelfzekerheid?
We werken eraan.
 
 
 
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...