Maandag is Verne twee jaar geworden.
Jammer genoeg is die dag compleet in het water gevallen door de windpokken.
Creveren, dat was het.
Vergaan van de jeuk, schuren tegen elk oppervlak...de zetel, de muur, mama. Slapen in blokjes van 20 minuutjes, flinke koorts, niet tegen geluid kunnen,...you name it.
Echt heel triestig.
Maar het is gepasseerd! Na twee betere nachten blijkt vandaag zelfs het humeur grotendeels hersteld.
Ugh, thank god!
Ik kan geen gejank meer horen. Van geen van beiden.
De buren ook niet meer vermoed ik.
Toen hier maandag ineens ook de kuisman begon te janken kreeg ik het helemaal. Genoeg!
Utopie uiteraard, er zet er altijd net één zijn klep open.
But i love them dearly. Desondanks.
(De kuisman niet. Echt niet!)
Ik was van plan om op Vernes verjaardag een imposant dikke taart te bakken (that did not happen) en een emotionele blogpost te maken á la 'twee jaar geleden lag ik in het verloskwartier'.
Auhhh. Schoon.
That also did not happen.
Ik had behalve geen tijd ook ineens compleet geen nood meer om wat nostalgisch te gaan zitten doen.
Rondrennen, duizend keer de trappen doen, zalf smeren en de poederige resten weer opstofzuigen, tutjes terugproppen, flesjes maken, diarreepampers verzorgen, plasjes opdweilen (pampers en jeuk gaan niet samen), siroopjes geven, traantjes troosten, nog wat rondrennen, tussendoor mogelijks ook efkes in de tuin gaan staan bleiten, alweer traantjes troosten, nog meer flessen maken, nog meer kaka...en opruimen. Mensenlievendeugd! Opruimen dat ne mens kan doen?! Er komt geen eind aan. En dat allemaal na drie nachten quasi zonder slaap.
Dat smoort je nostalgische bui zeer effectief in de kiem.
Ik sleur er hier meteen alle clichés door die ik ken omdat ik ze al jaren knarsetandend aanhoor van andere moeders. 'Maar je hebt wel een kind' dacht ik daar toen altijd bij, 'beetje dankbaarheid?'.
Nu niet meer.
De clichés kloppen, uiteraard.
Ik blijf even dankbaar, begrijp me niet verkeerd, maar precies toch niet meer de klok rond.
Overleven, zo voelt het dan even aan. Zwemmen en net niet verzuipen.
Doodop? Natuurlijk! Maar daar zet je je over heen, je moet wel. Tot je murw bent.
Nachtenlang slapen in blokjes van 20 minuten kan dus, dat weten we dan ook alweer. En je overleeft dat prima.
Ik vraag het mij af... 'het eind van je Latijn' bestaat dat wel als moeder?
Ik denk het niet. Waar ligt dat dan?
Ik hoor altijd een stemmetje dat zegt dat het allemaal nog wel meevalt, dat er veel erger is dan dit. Een kind met kanker of een chronische ziekte bijvoorbeeld of een waarlijk rothumeur. Dat moet qua uitputtingsslag ongeëvenaard zijn. Of toen Jasper nog huilbaby was, dat was ook erger. Of stel nu dat Jasper ook de windpokken had gehad...dat zou pas erg zijn. Dan moet ik nu toch niet gaan zitten mokken? Van zelfmedelijden word je alleen maar nog meer moe trouwens.
Dus ik hou een inwendige dialoog met mezelf en doe verder. Dat helpt.
Dat helpt veel. De kracht van de geest. Altijd maar weer.
Gelukkig heb ik op dat vlak een goeie kop op mijn hoofd staan, al zit er momenteel meer zaagsel in dan coherente hersencel. Ach, dat herstelt ook. Hopelijk.
Ik zal alvast breed glimlachend Verne morgen afzetten aan de crèche.
'Hier, mijn kind. Pak maar! Ik kom pas laat terug!'.
Toen |
Nu |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten