Ik wandel de badkamer binnen, het stinkt een beetje.
Jasper zit op de wc.
Rood koppetje, waterige ogen.
We hebben een gesprek over badschuim.
Waar komen de bubbeltjes vandaan?
Waar gaan de bubbeltjes naartoe als ze weg zijn?
Waarom zit badschuim in bijna dezelfde fles als zeep?
Is badschuim ook zeep?
Wie heeft er badschuim als eerste ontdekt?
Waarom mag er niet te veel in het bad?
You know.
Het soort vragen dat je hersenloos beantwoordt terwijl je aan die éne mail denkt.
"En mama?"
"Ja beestje?"
"Ik moet kaka doen."
Alsof dat nog uitleg behoeft.
Alsof ik dat niet doorheb.
Alsof het een intro waardig is, duidelijk na de feiten.
Dat doorbreekt mijn gedachtencirkel.
Terwijl ik schoonveeg, bedenk ik hoe heerlijk de eenvoud van kinderen is.
Hoe rechtuit hun taal. Hoe geweldig hun sans-gène.
Ik hou van kindjes rondom mij, denk ik dan.
Hou. Van.
De mijne toch.
Klinkt het plots van beneden: "Mamaaaaaa!!!"
Verne. Mij nodig. Duidelijk.
"Ja? Ik ben boven!"
"Ik ben klaar met kaka doen!"
Gedaan lieflijke gedachtencirkel.
Nóg een drol.
Gaan vegen dus.
Naar beneden. Bloot.
We praten erbij over mijn verjaardag.
"Dus nog twee nachtjes he mama?"
"Jep Verneke. Twee."
"En hoeveel jaar word je dan? "
"Zevenendertig."
Met oprechte waardering:
"Waaw! Gefeliciteerd hoor mama. Zo oud!"
Gefeliciteerd. Zorgvuldig gearticuleerd nog wel.
Oud.
Ts.
Mijn kindjes.
I love them.
But do I really?
Niet op zo'n moment.
Morgen leer ik ze alletwee hun zaakjes zelf af te handelen.
Dat. En vrouwvriendelijkheid.
Niks te vroeg!