Verne is een goeie broer.
Hij toont zijn speelgoed, geeft enkel zachte aaikes, wil af en toe naast Jasper zitten om hem gezelschap te houden en geeft hem flesjes en tutjes als ik dat vraag.
Handig...van in de keuken roepen:
"Verne, is Jasper zijn tutje kwijt?"
"Ja. O, tutje wallen (gevallen)."
"Steek je het eens terug in zijn mondje?"
"Zo. Zo, oei tutje wallen. Zo. Tutje mondje Sjapperrrr. Klaar."
Ook met kokkerellen helpt hij steevast mee, met afwassen, met boodschappen doen (lang leve de mini-karretjes), met pampers verversen en af en toe eens met stofwissen. Handig.
Maar het omgekeerde kan ook. We naderen de twee en dat merk je.
Zo is een neen echt wel een neen bij Verne, consequent. Als hij geen broccoli wil eten, zich niet wil aankleden of niet in bad wil dan valt hij niet te overtuigen noch om te kopen.
Damn.
Zetten we toch door, dan krijgen we een ziedende "Grrrrrrrrrrr" terwijl hij zich helemaal opspant tot hij trilt, zijn onderkin vooruit steekt en zijn ogen vuur schieten.
Heel overtuigend. Maar jammer Verne, die kleertjes moeten toch aan.
Je zou denken dat als ik vervolgens mijn strengste vinger bovenhaal en dreigend zeg "hela, ga jij een beetje in de hoek staan misschien?", dat een "neen" oplevert waarna hij zich verslagen laat aankleden.
Toch? Dat is wat ik dacht althans.
Verne niet, die zegt gewoon enthousiast "jaaaa", neemt gretig het geboden alternatief op aankleden aan en stampt vastberaden (lichtjes vrolijk zelfs?) richting hoek waar hij het vervolgens plichtsgetrouw op een aandoenlijk huilen zet. Niet omdat hij triest is, tegendeel, hij heeft gekregen wat hij wou. Maar omdat dat zo hoort in zijn hoofd blijkbaar. Hij ziet het bij de kindjes van de crèche zeker? In de hoek huil je, punt.
Spontaan in de hoek gaan staan, het is eens wat anders.
Er is Nog meer tweejarigengedrag:
"De mij"...nieuw in zijn vocabulaire.
Pak je zijn tandenborstel af, dan krijg je "nee, de mij!". Was je zijn haren, dan krijg je "nee, mij haartje!". Er is hier sinds kort in huis veel van hem, dat kan ik u wel zeggen.
Eveneens nieuw is "ik". Het is nog maar sporadisch juist: "ik e manaatje (banaantje) ete". Vaker is het Jèje ik zoals in "Jèje ik ook e doen datje" als ik wortels sta schoon te maken bijvoorbeeld.
Een geheel nieuwe persoonsvorm zeg, zomaar plots in zijn taal geslopen. Ik ben daar trots op.
Matijs is dan weer geweldig trots op Vernes rekenkundige capaciteiten. Het klein rotjoch kan perfect tot twee tellen. Waar 'twee' vroeger slechts een woord was in een soort rijmpje (één, twee, zes, zeven, acht...) heeft hij het concept 'twee' nu duidelijk perfect onder de knie. Hij ziet ook overal dingen in tweevoud...twee wielen aan de moto, twee worstjes op zijn bord, twee gieters in de tuin.... Twee vanalles. Zelfs al is er meer, Vernes interesse stopt bij twee exemplaren.
Anekdotetime: af en toe verzoekt Verne mij eens een borst te tonen, wat ik uiteraard doe. Dus ik haal er eentje boven ("aaah, de bostje!!") en ik krijg gegarandeerd onmiddellijk een verzoek voor de andere (wijzend: "nog bostje kijke?"). Groot was ineens het jolijt toen zijn frank viel: "Twee, de twee! Twee bostje, twee bostje!!!". Jep jongen, mama heeft twee borstjes.
Binnenkort een kroon met een twee erop. Dat wordt nogal een traktatie!
Over naar kleine Jasper. Die doet het geweldig goed.
Mobile kijken is ineens een favoriete hobby geworden, de speeltjes aan de wipper worden grondig bekeken en betast en al wat in het park in zijn nabijheid ligt belandt in zijn mondje. Kortom, hij speelt.
Dat is geweldig om te zien. Van ontevreden huilkindje naar spelende gezapigaard.
Dat doet gewoon deugd.
Net als zijn broertje houdt hij trouwens het been stijf, maar dan de letterlijke variant. Niks leuker dan beentjes strekken en rechtstaan. Eerst aan twee handen maar inmiddels staat hij ook stabiel met één handje hulp.
Zoals Verne, net op dezelfde leeftijd. Zie
hierzo.
Afsluiten doe ik met wat broederlijke ochtendplaatjes en een filmpje.
Het beste moment van de week. Zondagochtend.